Werkwoorden vervoegen
leegrijden
Tegenwoordige tijd leegrijden
Ik rij leeg
Jij rijdt leeg
rij jij leeg?
U rijdt leeg
Hij/Zij/Het rijdt leeg
Wij rijden leeg
Jullie rijden leeg
Zij rijden leeg
Verleden tijd van leegrijden
Ik reed leeg
Jij/U reed leeg
Hij/Zij/Het reed leeg
Wij reden leeg
Jullie reden leeg
Zij reden leeg
Voltooid deelwoord van leegrijden
leeggereden
Tegenwoordig deelwoord van leegrijden
leegrijdend