Werkwoorden vervoegen
laseren
Tegenwoordige tijd laseren
Ik laser
Jij lasert
laser jij?
U lasert
Hij/Zij/Het lasert
Wij laseren
Jullie laseren
Zij laseren
Verleden tijd van laseren
Ik laserde
Jij/U laserde
Hij/Zij/Het laserde
Wij laserden
Jullie laserden
Zij laserden
Voltooid deelwoord van laseren
gelaserd
Tegenwoordig deelwoord van laseren
laserend