Werkwoorden vervoegen
koloniseren
Tegenwoordige tijd koloniseren
Ik koloniseer
Jij koloniseert
koloniseer jij?
U koloniseert
Hij/Zij/Het koloniseert
Wij koloniseren
Jullie koloniseren
Zij koloniseren
Verleden tijd van koloniseren
Ik koloniseerde
Jij/U koloniseerde
Hij/Zij/Het koloniseerde
Wij koloniseerden
Jullie koloniseerden
Zij koloniseerden
Voltooid deelwoord van koloniseren
gekoloniseerd
Tegenwoordig deelwoord van koloniseren
koloniserend