Werkwoorden vervoegen
kerstenen
Tegenwoordige tijd kerstenen
Ik kersten
Jij kerstent
kersten jij?
U kerstent
Hij/Zij/Het kerstent
Wij kerstenen
Jullie kerstenen
Zij kerstenen
Verleden tijd van kerstenen
Ik kerstende
Jij/U kerstende
Hij/Zij/Het kerstende
Wij kerstenden
Jullie kerstenden
Zij kerstenden
Voltooid deelwoord van kerstenen
gekerstend
Tegenwoordig deelwoord van kerstenen
kerstenend