Werkwoorden vervoegen
karamelliseren
Tegenwoordige tijd karamelliseren
Ik karamelliseer
Jij karamelliseert
karamelliseer jij?
U karamelliseert
Hij/Zij/Het karamelliseert
Wij karamelliseren
Jullie karamelliseren
Zij karamelliseren
Verleden tijd van karamelliseren
Ik karamelliseerde
Jij/U karamelliseerde
Hij/Zij/Het karamelliseerde
Wij karamelliseerden
Jullie karamelliseerden
Zij karamelliseerden
Voltooid deelwoord van karamelliseren
gekaramelliseerd
Tegenwoordig deelwoord van karamelliseren
karamelliserend