Werkwoorden vervoegen
kalibreren
Tegenwoordige tijd kalibreren
Ik kalibreer
Jij kalibreert
kalibreer jij?
U kalibreert
Hij/Zij/Het kalibreert
Wij kalibreren
Jullie kalibreren
Zij kalibreren
Verleden tijd van kalibreren
Ik kalibreerde
Jij/U kalibreerde
Hij/Zij/Het kalibreerde
Wij kalibreerden
Jullie kalibreerden
Zij kalibreerden
Voltooid deelwoord van kalibreren
gekalibreerd
Tegenwoordig deelwoord van kalibreren
kalibrerend