Werkwoorden vervoegen
intoetsen
Tegenwoordige tijd intoetsen
Ik toets in
Jij toetst in
toets jij in?
U toetst in
Hij/Zij/Het toetst in
Wij toetsen in
Jullie toetsen in
Zij toetsen in
Verleden tijd van intoetsen
Ik toetste in
Jij/U toetste in
Hij/Zij/Het toetste in
Wij toetsten in
Jullie toetsten in
Zij toetsten in
Voltooid deelwoord van intoetsen
ingetoetst
Tegenwoordig deelwoord van intoetsen
intoetsend