Werkwoorden vervoegen
inladen
Tegenwoordige tijd inladen
Ik laad in
Jij laadt in
laad jij in?
U laadt in
Hij/Zij/Het laadt in
Wij laden in
Jullie laden in
Zij laden in
Verleden tijd van inladen
Ik laadde in
Jij/U laadde in
Hij/Zij/Het laadde in
Wij laadden in
Jullie laadden in
Zij laadden in
Voltooid deelwoord van inladen
ingeladen
Tegenwoordig deelwoord van inladen
inladend