Werkwoorden vervoegen
hineininterpretieren
Tegenwoordige tijd hineininterpretieren
Ik hineininterpretier
Jij hineininterpretiert
hineininterpretier jij?
U hineininterpretiert
Hij/Zij/Het hineininterpretiert
Wij hineininterpretieren
Jullie hineininterpretieren
Zij hineininterpretieren
Verleden tijd van hineininterpretieren
Ik hineininterpretierde
Jij/U hineininterpretierde
Hij/Zij/Het hineininterpretierde
Wij hineininterpretierden
Jullie hineininterpretierden
Zij hineininterpretierden
Voltooid deelwoord van hineininterpretieren
gehineininterpretierd
Tegenwoordig deelwoord van hineininterpretieren
hineininterpretierend