Werkwoorden vervoegen
handeldrijven
Tegenwoordige tijd handeldrijven
Ik drijf handel
Jij drijft handel
drijf jij handel?
U drijft handel
Hij/Zij/Het drijft handel
Wij drijven handel
Jullie drijven handel
Zij drijven handel
Verleden tijd van handeldrijven
Ik dreef handel
Jij/U dreef handel
Hij/Zij/Het dreef handel
Wij dreven handel
Jullie dreven handel
Zij dreven handel
Voltooid deelwoord van handeldrijven
handelgedreven
Tegenwoordig deelwoord van handeldrijven
handeldrijvend