Werkwoorden vervoegen
gloriëren
Tegenwoordige tijd gloriëren
Ik glorieer
Jij glorieert
glorieer jij?
U glorieert
Hij/Zij/Het glorieert
Wij gloriëren
Jullie gloriëren
Zij gloriëren
Verleden tijd van gloriëren
Ik glorieerde
Jij/U glorieerde
Hij/Zij/Het glorieerde
Wij glorieerden
Jullie glorieerden
Zij glorieerden
Voltooid deelwoord van gloriëren
geglorieerd
Tegenwoordig deelwoord van gloriëren
gloriërend