Werkwoorden vervoegen
getuigen
Tegenwoordige tijd getuigen
Ik getuig
Jij getuigt
getuig
U getuigt
Hij/Zij/Het getuigt
Wij getuigen
Jullie getuigen
Zij getuigen
Verleden tijd van getuigen
Ik getuigde
Jij/U getuigde
Hij/Zij/Het getuigde
Wij getuigden
Jullie getuigden
Zij getuigden
Voltooid deelwoord van getuigen
getuigd
Tegenwoordig deelwoord van getuigen
getuigend