Werkwoorden vervoegen
resolveren
Tegenwoordige tijd resolveren
Ik resolveer
Jij resolveert
resolveer jij?
U resolveert
Hij/Zij/Het resolveert
Wij resolveren
Jullie resolveren
Zij resolveren
Verleden tijd van resolveren
Ik resolveerde
Jij/U resolveerde
Hij/Zij/Het resolveerde
Wij resolveerden
Jullie resolveerden
Zij resolveerden
Voltooid deelwoord van resolveren
geresolveerd
Tegenwoordig deelwoord van resolveren
resolverend