Werkwoorden vervoegen
reserveren
Tegenwoordige tijd reserveren
Ik reserveer
Jij reserveert
reserveer jij?
U reserveert
Hij/Zij/Het reserveert
Wij reserveren
Jullie reserveren
Zij reserveren
Verleden tijd van reserveren
Ik reserveerde
Jij/U reserveerde
Hij/Zij/Het reserveerde
Wij reserveerden
Jullie reserveerden
Zij reserveerden
Voltooid deelwoord van reserveren
gereserveerd
Tegenwoordig deelwoord van reserveren
reserverend