Werkwoorden vervoegen
renommeren
Tegenwoordige tijd gerenommeerd
Ik renommeer
Jij renommeert
renommeer jij?
U renommeert
Hij/Zij/Het renommeert
Wij renommeren
Jullie renommeren
Zij renommeren
Verleden tijd van gerenommeerd
Ik renommeerde
Jij/U renommeerde
Hij/Zij/Het renommeerde
Wij renommeerden
Jullie renommeerden
Zij renommeerden
Voltooid deelwoord van gerenommeerd
gerenommeerd
Tegenwoordig deelwoord van gerenommeerd
renommerend