Werkwoorden vervoegen
raffineren
Tegenwoordige tijd raffineren
Ik raffineer
Jij raffineert
raffineer jij?
U raffineert
Hij/Zij/Het raffineert
Wij raffineren
Jullie raffineren
Zij raffineren
Verleden tijd van raffineren
Ik raffineerde
Jij/U raffineerde
Hij/Zij/Het raffineerde
Wij raffineerden
Jullie raffineerden
Zij raffineerden
Voltooid deelwoord van raffineren
geraffineerd
Tegenwoordig deelwoord van raffineren
raffinerend