Werkwoorden vervoegen
poseren
Tegenwoordige tijd geposeerd
Ik poseer
Jij poseert
poseer
U poseert
Hij/Zij/Het poseert
Wij poseren
Jullie poseren
Zij poseren
Verleden tijd van geposeerd
Ik poseerde
Jij/U poseerde
Hij/Zij/Het poseerde
Wij poseerden
Jullie poseerden
Zij poseerden
Voltooid deelwoord van geposeerd
geposeerd
Tegenwoordig deelwoord van geposeerd
poserend