Werkwoorden vervoegen
passioneren
Tegenwoordige tijd passioneren
Ik passioneer
Jij passioneert
passioneer jij?
U passioneert
Hij/Zij/Het passioneert
Wij passioneren
Jullie passioneren
Zij passioneren
Verleden tijd van passioneren
Ik passioneerde
Jij/U passioneerde
Hij/Zij/Het passioneerde
Wij passioneerden
Jullie passioneerden
Zij passioneerden
Voltooid deelwoord van passioneren
gepassioneerd
Tegenwoordig deelwoord van passioneren
passionerend