Werkwoorden vervoegen
nieten
Tegenwoordige tijd nieten
Ik niet
Jij niet
niet jij?
U niet
Hij/Zij/Het niet
Wij nieten
Jullie nieten
Zij nieten
Verleden tijd van nieten
Ik niette
Jij/U niette
Hij/Zij/Het niette
Wij nietten
Jullie nietten
Zij nietten
Voltooid deelwoord van nieten
geniet
Tegenwoordig deelwoord van nieten
nietend
genieten
Tegenwoordige tijd nieten
Ik geniet
Jij geniet
geniet
U geniet
Hij/Zij/Het geniet
Wij genieten
Jullie genieten
Zij genieten
Verleden tijd van nieten
Ik genoot
Jij/U genoot
Hij/Zij/Het genoot
Wij genoten
Jullie genoten
Zij genoten
Voltooid deelwoord van nieten
genoten
Tegenwoordig deelwoord van nieten
genietend