Werkwoorden vervoegen
desillusioneren
Tegenwoordige tijd desillusioneren
Ik desillusioneer
Jij desillusioneert
desillusioneer jij?
U desillusioneert
Hij/Zij/Het desillusioneert
Wij desillusioneren
Jullie desillusioneren
Zij desillusioneren
Verleden tijd van desillusioneren
Ik desillusioneerde
Jij/U desillusioneerde
Hij/Zij/Het desillusioneerde
Wij desillusioneerden
Jullie desillusioneerden
Zij desillusioneerden
Voltooid deelwoord van desillusioneren
gedesillusioneerd
Tegenwoordig deelwoord van desillusioneren
desillusionerend