Werkwoorden vervoegen
blinderen
Tegenwoordige tijd blinderen
Ik blindeer
Jij blindeert
blindeer
U blindeert
Hij/Zij/Het blindeert
Wij blinderen
Jullie blinderen
Zij blinderen
Verleden tijd van blinderen
Ik blindeerde
Jij/U blindeerde
Hij/Zij/Het blindeerde
Wij blindeerden
Jullie blindeerden
Zij blindeerden
Voltooid deelwoord van blinderen
geblindeerd
Tegenwoordig deelwoord van blinderen
blinderend