Werkwoorden vervoegen
aderen
Tegenwoordige tijd aderen
Ik ader
Jij adert
ader jij?
U adert
Hij/Zij/Het adert
Wij aderen
Jullie aderen
Zij aderen
Verleden tijd van aderen
Ik aderde
Jij/U aderde
Hij/Zij/Het aderde
Wij aderden
Jullie aderden
Zij aderden
Voltooid deelwoord van aderen
geaderd
Tegenwoordig deelwoord van aderen
aderend