Werkwoorden vervoegen
frisbeeën
Tegenwoordige tijd Frisbee
Ik frisbee
Jij frisbeet
frisbee jij?
U frisbeet
Hij/Zij/Het frisbeet
Wij frisbeeën
Jullie frisbeeën
Zij frisbeeën
Verleden tijd van Frisbee
Ik frisbeede
Jij/U frisbeede
Hij/Zij/Het frisbeede
Wij frisbeeden
Jullie frisbeeden
Zij frisbeeden
Voltooid deelwoord van Frisbee
gefrisbeed
Tegenwoordig deelwoord van Frisbee
frisbeeënd