Werkwoorden vervoegen
formaliseren
Tegenwoordige tijd formaliseren
Ik formaliseer
Jij formaliseert
formaliseer jij?
U formaliseert
Hij/Zij/Het formaliseert
Wij formaliseren
Jullie formaliseren
Zij formaliseren
Verleden tijd van formaliseren
Ik formaliseerde
Jij/U formaliseerde
Hij/Zij/Het formaliseerde
Wij formaliseerden
Jullie formaliseerden
Zij formaliseerden
Voltooid deelwoord van formaliseren
geformaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van formaliseren
formaliserend