Werkwoorden vervoegen
forenzen
Tegenwoordige tijd forenzen
Ik forens
Jij forenst
forens jij?
U forenst
Hij/Zij/Het forenst
Wij forenzen
Jullie forenzen
Zij forenzen
Verleden tijd van forenzen
Ik forensde
Jij/U forensde
Hij/Zij/Het forensde
Wij forensden
Jullie forensden
Zij forensden
Voltooid deelwoord van forenzen
geforensd
Tegenwoordig deelwoord van forenzen
forenzend