Werkwoorden vervoegen
fileren
Tegenwoordige tijd fileren
Ik fileer
Jij fileert
fileer jij?
U fileert
Hij/Zij/Het fileert
Wij fileren
Jullie fileren
Zij fileren
Verleden tijd van fileren
Ik fileerde
Jij/U fileerde
Hij/Zij/Het fileerde
Wij fileerden
Jullie fileerden
Zij fileerden
Voltooid deelwoord van fileren
gefileerd
Tegenwoordig deelwoord van fileren
filerend