Werkwoorden vervoegen
federeren
Tegenwoordige tijd federeren
Ik federeer
Jij federeert
federeer jij?
U federeert
Hij/Zij/Het federeert
Wij federeren
Jullie federeren
Zij federeren
Verleden tijd van federeren
Ik federeerde
Jij/U federeerde
Hij/Zij/Het federeerde
Wij federeerden
Jullie federeerden
Zij federeerden
Voltooid deelwoord van federeren
gefedereerd
Tegenwoordig deelwoord van federeren
federerend