Werkwoorden vervoegen
faxen
Tegenwoordige tijd faxen
Ik fax
Jij faxt
fax jij?
U faxt
Hij/Zij/Het faxt
Wij faxen
Jullie faxen
Zij faxen
Verleden tijd van faxen
Ik faxte
Jij/U faxte
Hij/Zij/Het faxte
Wij faxten
Jullie faxten
Zij faxten
Voltooid deelwoord van faxen
gefaxt
Tegenwoordig deelwoord van faxen
faxend