Werkwoorden vervoegen
fascineren
Tegenwoordige tijd fascineren
Ik fascineer
Jij fascineert
fascineer jij?
U fascineert
Hij/Zij/Het fascineert
Wij fascineren
Jullie fascineren
Zij fascineren
Verleden tijd van fascineren
Ik fascineerde
Jij/U fascineerde
Hij/Zij/Het fascineerde
Wij fascineerden
Jullie fascineerden
Zij fascineerden
Voltooid deelwoord van fascineren
gefascineerd
Tegenwoordig deelwoord van fascineren
fascinerend