Werkwoorden vervoegen
excelleren
Tegenwoordige tijd excelleren
Ik excelleer
Jij excelleert
excelleer jij?
U excelleert
Hij/Zij/Het excelleert
Wij excelleren
Jullie excelleren
Zij excelleren
Verleden tijd van excelleren
Ik excelleerde
Jij/U excelleerde
Hij/Zij/Het excelleerde
Wij excelleerden
Jullie excelleerden
Zij excelleerden
Voltooid deelwoord van excelleren
geëxcelleerd
Tegenwoordig deelwoord van excelleren
excellerend