Werkwoorden vervoegen
drooglopen
Tegenwoordige tijd drooglopen
Ik loop droog
Jij loopt droog
loop jij droog?
U loopt droog
Hij/Zij/Het loopt droog
Wij lopen droog
Jullie lopen droog
Zij lopen droog
Verleden tijd van drooglopen
Ik liep droog
Jij/U liep droog
Hij/Zij/Het liep droog
Wij liepen droog
Jullie liepen droog
Zij liepen droog
Voltooid deelwoord van drooglopen
drooggelopen
Tegenwoordig deelwoord van drooglopen
drooglopend