Werkwoorden vervoegen
draineren
Tegenwoordige tijd draineren
Ik draineer
Jij draineert
draineer jij?
U draineert
Hij/Zij/Het draineert
Wij draineren
Jullie draineren
Zij draineren
Verleden tijd van draineren
Ik draineerde
Jij/U draineerde
Hij/Zij/Het draineerde
Wij draineerden
Jullie draineerden
Zij draineerden
Voltooid deelwoord van draineren
gedraineerd
Tegenwoordig deelwoord van draineren
drainerend