Werkwoorden vervoegen
doortasten (tastend onderzoeken)
Tegenwoordige tijd doortasten
Ik doortast
Jij doortast
doortast jij?
U doortast
Hij/Zij/Het doortast
Wij doortasten
Jullie doortasten
Zij doortasten
Verleden tijd van doortasten
Ik doortastte
Jij/U doortastte
Hij/Zij/Het doortastte
Wij doortastten
Jullie doortastten
Zij doortastten
Voltooid deelwoord van doortasten
doortast
Tegenwoordig deelwoord van doortasten
doortastend
doortasten (tot op de grond tasten; krachtig ingrijpen)
Tegenwoordige tijd doortasten
Ik tast door
Jij tast door
tast jij door?
U tast door
Hij/Zij/Het tast door
Wij tasten door
Jullie tasten door
Zij tasten door
Verleden tijd van doortasten
Ik tastte door
Jij/U tastte door
Hij/Zij/Het tastte door
Wij tastten door
Jullie tastten door
Zij tastten door
Voltooid deelwoord van doortasten
doorgetast
Tegenwoordig deelwoord van doortasten
doortastend