Werkwoorden vervoegen
doodschrikken
Tegenwoordige tijd doodschrikken
Ik schrik dood
Jij schrikt dood
schrik jij dood?
U schrikt dood
Hij/Zij/Het schrikt dood
Wij schrikken dood
Jullie schrikken dood
Zij schrikken dood
Verleden tijd van doodschrikken
Ik schrok dood
Jij/U schrok dood
Hij/Zij/Het schrok dood
Wij schrokken dood
Jullie schrokken dood
Zij schrokken dood
Voltooid deelwoord van doodschrikken
doodgeschrokken
Tegenwoordig deelwoord van doodschrikken
doodschrikkend