Werkwoorden vervoegen
diversifiëren
Tegenwoordige tijd diversifiëren
Ik diversifieer
Jij diversifieert
diversifieer jij?
U diversifieert
Hij/Zij/Het diversifieert
Wij diversifiëren
Jullie diversifiëren
Zij diversifiëren
Verleden tijd van diversifiëren
Ik diversifieerde
Jij/U diversifieerde
Hij/Zij/Het diversifieerde
Wij diversifieerden
Jullie diversifieerden
Zij diversifieerden
Voltooid deelwoord van diversifiëren
gediversifieerd
Tegenwoordig deelwoord van diversifiëren
diversifiërend