Werkwoorden vervoegen
dispatchen
Tegenwoordige tijd dispatchen
Ik dispatch
Jij dispatcht
dispatch jij?
U dispatcht
Hij/Zij/Het dispatcht
Wij dispatchen
Jullie dispatchen
Zij dispatchen
Verleden tijd van dispatchen
Ik dispatchte
Jij/U dispatchte
Hij/Zij/Het dispatchte
Wij dispatchten
Jullie dispatchten
Zij dispatchten
Voltooid deelwoord van dispatchen
gedispatcht
Tegenwoordig deelwoord van dispatchen
dispatchend