Werkwoorden vervoegen
detoxen
Tegenwoordige tijd detoxen
Ik detox
Jij detoxt
detox jij?
U detoxt
Hij/Zij/Het detoxt
Wij detoxen
Jullie detoxen
Zij detoxen
Verleden tijd van detoxen
Ik detoxte
Jij/U detoxte
Hij/Zij/Het detoxte
Wij detoxten
Jullie detoxten
Zij detoxten
Voltooid deelwoord van detoxen
gedetoxt
Tegenwoordig deelwoord van detoxen
detoxend