Werkwoorden vervoegen
depolariseren
Tegenwoordige tijd depolariseren
Ik depolariseer
Jij depolariseert
depolariseer jij?
U depolariseert
Hij/Zij/Het depolariseert
Wij depolariseren
Jullie depolariseren
Zij depolariseren
Verleden tijd van depolariseren
Ik depolariseerde
Jij/U depolariseerde
Hij/Zij/Het depolariseerde
Wij depolariseerden
Jullie depolariseerden
Zij depolariseerden
Voltooid deelwoord van depolariseren
gedepolariseerd
Tegenwoordig deelwoord van depolariseren
depolariserend