Werkwoorden vervoegen
demagnetiseren
Tegenwoordige tijd demagnetiseren
Ik demagnetiseer
Jij demagnetiseert
demagnetiseer jij?
U demagnetiseert
Hij/Zij/Het demagnetiseert
Wij demagnetiseren
Jullie demagnetiseren
Zij demagnetiseren
Verleden tijd van demagnetiseren
Ik demagnetiseerde
Jij/U demagnetiseerde
Hij/Zij/Het demagnetiseerde
Wij demagnetiseerden
Jullie demagnetiseerden
Zij demagnetiseerden
Voltooid deelwoord van demagnetiseren
gedemagnetiseerd
Tegenwoordig deelwoord van demagnetiseren
demagnetiserend