Werkwoorden vervoegen
decriminaliseren
Tegenwoordige tijd decriminaliseren
Ik decriminaliseer
Jij decriminaliseert
decriminaliseer jij?
U decriminaliseert
Hij/Zij/Het decriminaliseert
Wij decriminaliseren
Jullie decriminaliseren
Zij decriminaliseren
Verleden tijd van decriminaliseren
Ik decriminaliseerde
Jij/U decriminaliseerde
Hij/Zij/Het decriminaliseerde
Wij decriminaliseerden
Jullie decriminaliseerden
Zij decriminaliseerden
Voltooid deelwoord van decriminaliseren
gedecriminaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van decriminaliseren
decriminaliserend