Werkwoorden vervoegen
decimeren
Tegenwoordige tijd decimeren
Ik decimeer
Jij decimeert
decimeer jij?
U decimeert
Hij/Zij/Het decimeert
Wij decimeren
Jullie decimeren
Zij decimeren
Verleden tijd van decimeren
Ik decimeerde
Jij/U decimeerde
Hij/Zij/Het decimeerde
Wij decimeerden
Jullie decimeerden
Zij decimeerden
Voltooid deelwoord van decimeren
gedecimeerd
Tegenwoordig deelwoord van decimeren
decimerend