Werkwoorden vervoegen
decentraliseren
Tegenwoordige tijd decentraliseren
Ik decentraliseer
Jij decentraliseert
decentraliseer jij?
U decentraliseert
Hij/Zij/Het decentraliseert
Wij decentraliseren
Jullie decentraliseren
Zij decentraliseren
Verleden tijd van decentraliseren
Ik decentraliseerde
Jij/U decentraliseerde
Hij/Zij/Het decentraliseerde
Wij decentraliseerden
Jullie decentraliseerden
Zij decentraliseerden
Voltooid deelwoord van decentraliseren
gedecentraliseerd
Tegenwoordig deelwoord van decentraliseren
decentraliserend