Werkwoorden vervoegen
contesteren
Tegenwoordige tijd contesteren
Ik contesteer
Jij contesteert
contesteer
U contesteert
Hij/Zij/Het contesteert
Wij contesteren
Jullie contesteren
Zij contesteren
Verleden tijd van contesteren
Ik contesteerde
Jij/U contesteerde
Hij/Zij/Het contesteerde
Wij contesteerden
Jullie contesteerden
Zij contesteerden
Voltooid deelwoord van contesteren
gecontesteerd
Tegenwoordig deelwoord van contesteren
contesterend