Werkwoorden vervoegen
congresseren
Tegenwoordige tijd congresseren
Ik congresseer
Jij congresseert
congresseer
U congresseert
Hij/Zij/Het congresseert
Wij congresseren
Jullie congresseren
Zij congresseren
Verleden tijd van congresseren
Ik congresseerde
Jij/U congresseerde
Hij/Zij/Het congresseerde
Wij congresseerden
Jullie congresseerden
Zij congresseerden
Voltooid deelwoord van congresseren
gecongresseerd
Tegenwoordig deelwoord van congresseren
congresserend