Werkwoorden vervoegen
condenseren
Tegenwoordige tijd condenseren
Ik condenseer
Jij condenseert
condenseer
U condenseert
Hij/Zij/Het condenseert
Wij condenseren
Jullie condenseren
Zij condenseren
Verleden tijd van condenseren
Ik condenseerde
Jij/U condenseerde
Hij/Zij/Het condenseerde
Wij condenseerden
Jullie condenseerden
Zij condenseerden
Voltooid deelwoord van condenseren
gecondenseerd
Tegenwoordig deelwoord van condenseren
condenserend