Werkwoorden vervoegen
concluderen
Tegenwoordige tijd concluderen
Ik concludeer
Jij concludeert
concludeer
U concludeert
Hij/Zij/Het concludeert
Wij concluderen
Jullie concluderen
Zij concluderen
Verleden tijd van concluderen
Ik concludeerde
Jij/U concludeerde
Hij/Zij/Het concludeerde
Wij concludeerden
Jullie concludeerden
Zij concludeerden
Voltooid deelwoord van concluderen
geconcludeerd
Tegenwoordig deelwoord van concluderen
concluderend