Werkwoorden vervoegen
cijferen
Tegenwoordige tijd cijferen
Ik cijfer
Jij cijfert
cijfer
U cijfert
Hij/Zij/Het cijfert
Wij cijferen
Jullie cijferen
Zij cijferen
Verleden tijd van cijferen
Ik cijferde
Jij/U cijferde
Hij/Zij/Het cijferde
Wij cijferden
Jullie cijferden
Zij cijferden
Voltooid deelwoord van cijferen
gecijferd
Tegenwoordig deelwoord van cijferen
cijferend