Werkwoorden vervoegen
chillen
Tegenwoordige tijd chillen
Ik chil
Jij/U chilt
Hij/Zij/Het chilt
Wij chillen
Jullie chillen
Zij chillen
Verleden tijd van chillen
Ik childe
Jij/U childe
Hij/Zij/Het childe
Wij childen
Jullie childen
Zij childen
Voltooid deelwoord van chillen
gechild
Tegenwoordig deelwoord van chillen
chillend