Werkwoorden vervoegen
channelen
Tegenwoordige tijd channelen
Ik channel
Jij channelt
channel jij?
U channelt
Hij/Zij/Het channelt
Wij channelen
Jullie channelen
Zij channelen
Verleden tijd van channelen
Ik channelde
Jij/U channelde
Hij/Zij/Het channelde
Wij channelden
Jullie channelden
Zij channelden
Voltooid deelwoord van channelen
gechanneld
Tegenwoordig deelwoord van channelen
channelend