Werkwoorden vervoegen
certificeren
Tegenwoordige tijd certificeren
Ik certificeer
Jij certificeert
certificeer jij?
U certificeert
Hij/Zij/Het certificeert
Wij certificeren
Jullie certificeren
Zij certificeren
Verleden tijd van certificeren
Ik certificeerde
Jij/U certificeerde
Hij/Zij/Het certificeerde
Wij certificeerden
Jullie certificeerden
Zij certificeerden
Voltooid deelwoord van certificeren
gecertificeerd
Tegenwoordig deelwoord van certificeren
certificerend